Het is onontkoombaar. Nu de zon weer wat enthousiaster aan het schijnen is, kunnen we niet om die ongewenste bijvangst heen. De onwelriekende medemens.

Er zijn mensen, hoe ze ’t doen doen ze ‘t, die bij het geringste straaltje zon al naar oud zweet ruiken. Word ik dus stinkend chagrijnig van. En nou niet zeggen ‘Sommigen kunnen daar niks aan doen!’ Zal best, verreweg de meesten kunnen daar wél wat aan doen. Ik noem kleine stukjes basisonderhoud als dagelijks een schoon shirt aantrekken, elke ochtend wassen, douchen na fysieke inspanning, beetje deodorant. Van die dingen.

Van de week stond er in de super een jongeman achter mij fluitend de stinkende onschuld uit te hangen. Ja, ik kijk altijd achterom wie de dader is, nadat ik subtiel mijn eigen oksels heb geïnspecteerd. Vlotte jongen, leuke kop, geinig petje, mouwloos t-shirt. Desondanks was de stank niet te harden. Blijkbaar was het zo erg dat zelfs de kassa vastliep. Ook dat nog.

Oké, als vriendlief na een dag bikkelen in de garage, een rijk gekruide maaltijd en daarna een potje hardlopen niet meer naar bloemetjes ruikt, accepteer ik dat heus. Eerlijk is eerlijk, wat mij betreft is er weinig zo sexy als zweetparels op een lekker mannenlijf, maar in mijn buurt wordt niet gestonken. Punt.

Serieus, mocht ik Richard Gere in het wild aantreffen (om maar een willekeurige all time hunk te noemen) met een penetrante zweetwalm om zich heen, dan ben ik weg. Jammer dan. Voor mij althans.

Meer blog items