‘YOU HAVE TO BE PATIËNT.’ Dat betekent ‘Je moet geduldig zijn.’ Aldus meneer Kelder, mijn leraar Engels in HAVO 3. ‘Makkelijk te onthouden, want een patiënt is ook iemand die geduld moet hebben’, voegde hij eraan toe. Eigenlijk dacht ik dat deze strenge, ietwat cynische leraar een sneer uitdeelde aan de medische zorg. Wat ik overigens niet zo aardig van hem vond.

Toen ik van de week, zo’n 35 jaar na dato, in het ziekenhuis belandde met een perianaal abces (ja, zoek maar op, doet fucking zeer) kwam ik erachter dat meneer Kelder destijds absoluut niet lollig wilde zijn.

Mijn zaalgenoten, drie innemende zeventigers, beschikten over beduidend meer patiënten talent dan ik. Zij konden het wel, loslaten en de situatie nemen zoals die was. Berustend suften, dutten, snurkten, waggelden, babbelden, Bold & Beautifulden ze zich door de dagen heen, zonder enige wanklank.

Ik daarentegen bleef, in afwachting van mijn operatie en bedenkelijke hoeveelheden pijnstillers wegwerkend, voortdurend inwendig ‘ik wil dit niet’ roepen. Met name onderweg naar het toilet in versleten trainingsbroek, vastgeketend aan een rammelende infuuspaal waande ik me op en top patiënt. ‘Nee zuster, ik kan zelfstandig plassen, dank u.’ Wat. Een. Hel.

Nee, dan de immer glimlachende meneer tegenover mij: ‘Kalm aan meid, het komt allemaal wel.’ Zijn operatie bleek tot nader orde uitgesteld, omdat ie er een koortsje bij had gekregen. ‘Is niet anders, maar kijk es naar buiten, ’t is prachtig weer!’ Een natuurtalent, deze man.

Tijd voor mijn operatie. Ik stond al klaar om zelf naar de O.K. te sjokken, maar zo werkt dat niet in patiëntenland en bovendien is het vrij onbehoorlijk jegens de twee transfermedewerkers van dienst. Dus gewoon ff doorbijten en me met bed en al door het gebouw laten rollen. Behalve ikzelf, vindt niemand daar iets van.

Terug van de O.K., verlost van mijn pijn, werd ik warm onthaald door mijn ‘roomies’. ‘Als we wat voor je kunnen doen, moet je ’t zeggen hoor’, aldus de dame die enkele dagen eerder ternauwernood een gescheurde aorta overleefde. Zo’n sfeer.

Na slechts vier dagen en nachten van wachten en vechten tegen pijn en mezelf mocht ik weer vertrekken. Alledrie mijn zaalgenoten achterlatend. Ik wandelde naar buiten met een rugzak vol vuile was, betraande zakdoekjes, chocolade kadootjes, een bloemstuk en een heldere levensles:

‘YOU HAVE TO BE PATIËNT!’

laat gaan…

Meer blog items