Niet iedereen wordt er grappiger op de laatste tijd. Zo belde ik daarstraks met een vriendin die best veel vrije tijd heeft (lees: door omstandigheden niet in het arbeidsproces). Leuk mens, altijd lachen. Vroeger. Tegenwoordig is ze woedend. Over de mondkapjesplicht. Oké, ik luister.
‘Het wordt opgedrongen, dus ik weiger.’
‘En…’
‘Nu kan ik niet met het OV.’
‘Klopt…’
‘Dus ik ben verplicht om een auto te huren.’
‘Aha..’
‘En dat ga ik dus declareren.’
‘Bij…?’
‘De zorgverzekering!’
Ik weet een opkomende schaterbui wonderwel te onderdrukken. Hopelijk doen de medewerkers van de betreffende zorgverzekeraar dat niet. Die verdienen wel een verzetje. Maar dit zijn geen grappen meer.
Goed, ff naar de super. Wil straks een quiche maken, met zalm en spinazie. Op de glasbak naast de winkel prijkt een sticker met de tekst: ‘Werkende mondkapjes verplicht door niet werkende regering.’ Zucht.
Niet te lang bij stilstaan, mondkapje op, naar binnen, zalm, spinazie en de rest verzamelen en dan netjes in de rij. Achter het gestreepte plakbandje, kan niet missen. Desalniettemin schuurt er drie keer een mondkaploze vakkenvuller voor me langs. Met zo’n geel hesje. U weet wel: ‘Ik help u graag op 1,5 meter.’ Juist. Ik u ook.
Buiten valt mijn cynische blik nogmaals op die chagrijnige sticker. ‘Werkende mondkapjes verplicht door niet werkende regering.’ Pleur toch op. Laat de niet werkende medemens wat nuttigs doen. Een quiche maken met zalm en spinazie ofzo.
Sorry, ook ik word er niet grappiger op.
Altijd lachen deze ‘kraai’ , gewoon es proberen, je kunt alleen maar een beetje vallen…