Die spaaractie met de ‘jungle mini’s’ is allang afgelopen, maar nog altijd ligt er in de hoek van de super een enorme berg sponsachtigen te wachten op een eigenaar in spĂ©. Tja, die vierkante sponsjes met een gezichtje erop en wat aangenaaide ledematen bleken gewilde hebbedingetjes. Elke keer als ik de vraag van de kassadame ‘Spaart u voor de jungle mini’s?’ had beantwoord met een cynisch gniffelend ‘nee joh’, hoorde ik achter me ‘Mag ik ze dan?’
Net als destijds met die al even merkwaardige fruit- en groenteknuffels vind ik alles best. Veel mensen blij gemaakt met mijn zuurverdiende zegels. My pleasure.
Het argument ‘voor de kleinkinderen’, daar geloof ik niet zo in. Die hebben wel wat spannenders te doen dan rotzooien met stoffen broccoli’s en champignons, lijkt me. Anders waren ze zelf wel achter de dranghekken gaan staan met het mantra ‘Mevrouw, heeft u knuffelzegels?’ Overigens zou ik dan acuut smelten en ze liever op een fysieke live knuffel trakteren, maar hoe ouderwets is dat, zeg. Moet je niet meer willen.
Eerder verwacht ik dat deze knuffelsurrogaten op zolder belanden naast een verhuisdoos met pluizig ongedierte van een andere grootgrutter en een Curverbak met vergeten gadgets, zoals een Sony Walkman en een frisbee van de Bondsspaarbank. Toen ik als Thuiszorgmedewerker graag bij de mensen thuis kwam, mocht ik dat soort waanzin nooit opruimen. Moest bewaard blijven voor het geval je weet maar nooit. Zucht.
Misschien is het toch die contactarmoede als gevolg van het heden dat mensen affectie gaan tonen aan onzindingen. Maar kom op zeg, wat is er mis met webcamseks? Ja, wat? Je huidhonger bestrijden met een pluchen banaan, dat vind ik pas ranzig.