‘Kijk, ik zou dat dus nooit doen hè, iemands naam laten tatoeëren.’
- Nou prima, maar voor mij betekent het wel iets. Het is mijn held. Klaar.
‘Dat zal wel, maar ook die liefde gaat een keer voorbij en dan zit jij met de gebakken peren.’
- Liefde? Ik ken hem niet persoonlijk, dus het kan niet uit gaan ofzo.
‘Zo naïef dit! Misschien slaat ie z’n vrouw wel, weet jij veel!’
- Lijkt me stug, ’t is een stabiele, sympathieke gast.
‘De meeste pedofielen zien er ook sympathiek uit, vergis je niet.’
- Tuurlijk en de meeste kopschoppers komen uit een voortreffelijk milieu…
‘Ja, lach er maar om, straks zit jij met de initialen van een kinderverkrachter op je lijf!’
- Of van een kopschopper…
‘Goed, jij hebt hier duidelijk niet over nagedacht, ik gelukkig wel.’
- Ja, fijn hoor.
‘Wanneer ben je jarig?’
- Februari, hoezo?
‘Vraag dan aan iedereen geld voor een weglaserbehandeling. Op mijn steun kun je rekenen.’
- Goh, wat lief.
‘Je kent me, ik ben er altijd om jou uit de shit te redden. Dat is liefde.’
- Als ik jou toch niet had..