Echt waar, al een half jaar was ik ervan verlost. Vloeide er geen bloed meer. Bleef het schoon ‘down under.’
Wat een weelde. Geen (on)verwachte bezoekjes meer van mother ‘bloody’ nature op hoogst ongelukkige momenten. Tijdens een klimsafari in de Thaise jungle, waar basics als sanitaire prullenbakjes en drogisterijen tot een aards surrealisme behoren. Ook bij meerdaagse festivals kwam ‘opoe’ altijd en deuntje meezingen en bleef met gemak plakken tot de laatste toegift.
Heb ik het nog niet eens over die ongezellige naheffingen, die zich na twee dagen radiostilte ineens kwamen melden. En juist, dan had je net die nieuwe skinny jeans aan. (Ja, modepolitie, ik hoor je. Skinny is uit. Nobel dat jullie tegemoetkomen aan het bevolkingsdeel dat tijdens de lockdowns te dik is geworden, maar dit oude mens bepaalt haar eigen mode. Fijn, dankjewel).
Desalniettemin, ik was niet onverdeeld blij met die langdurige afwezigheid van de grillige maandstonden. Nee, serieus niet. Vast geen terechte vergelijking, maar ik moest denken aan moeders met het ‘lege nest syndroom.’ Mijn jeugd had tenslotte ook z’n biezen gepakt, zo leek het. Moest ik mezelf nu ook opnieuw gaan uitvinden? En hoe dan in godsnaam?
Bij wijze van ontkenningsfase bleef ik tampons in mijn tasjes en jasjes stoppen, om me ‘meisje met bestaansrecht’ te voelen, zeg maar. En wat denk je….jawel, echt waar, vorige week was ie er ineens weer, de ooit zo vervloekte ‘bloody hell!’ En dan niet zo’n oude roestkleur, nee nee, gewoon een prachtige, helder rode openbaring. Al meer dan een week lang!
Kortom, ik leef weer, want ik bloed !