‘Ga anders lekker mee die kant op’, stelde vriendlief enkele weken eerder voor. Zelf had ie tien dagen vrij geregeld om in Zuid Frankrijk een opleiding tot grotduiker te volgen. Aangezien ik wel oren had naar een klein poosje vakantie, klonk zijn voorstel niet onaantrekkelijk. ‘Het is een prikkelarme omgeving waar je heerlijk tot jezelf kunt komen’ luidde zijn aanprijzing aangaande de betreffende locatie. In toeristentaal betekent dit doorgaans dat er geen flikker te doen is, maar ‘C’est le ton qui fait la musique’ moest ie gedacht hebben. Maar helaas, vriendlief denkt geen Frans. En zelf was ik al gestopt met denken.
Het klopt wat ie zegt, het is hier inderdaad prikkelarmoe troef. Geen beren op de weg te bekennen, ook geen verkeer trouwens. Het is hier stil en verlaten, op dat ene geopende terras na. Daar zitten bejaarden in joggingpak te slobberen aan een café au lait of te happen in een croque monsieur. Dat prikkelt niet. De enige prikkel is echt de rust zelf.
Terwijl vriendlief zich onderdompelt in de grotduikerij, ga ik mijn eigen uitdaging aan. Ontprikkelen. Alleen, in de natuur, tussen de kippen, hanen, katten, stilte en mijn kruiswoordpuzzelboekje. Suffer wordt het niet.
Wanneer ik ’s morgens een versgelegd ei onder een kakelende kip vandaan trek, weet ik allang wat ik de rest van de dag ga uitspoken. Fanatiek ontspannen met mijn nieuwe hobby, de kruiswoordpuzzel. Na drie dagen hierzo begin ik er lol in te krijgen, want patronen te herkennen: een slee van twee letters, een zangstuk van vier letters, emiritus (afk.), ook twee letters, rivier in Friesland… ik vul ze allemaal in, ben niet te stoppen!
Wel af en toe m’n pen neerleggen, anders krijg ik een prikkelarm.