Sinds de intrede van de meest verse lockdown krijgt mijn aangeboren begrip voor al wat leeft het te verduren. Voorspelbare dooddoeners op Social Media ten spijt: ‘Laten we deze keer extra lief voor elkaar zijn!’ Hoezo extra? Hoe lief moet ik GVD nu weer zijn dan? Ik heb niks extra’s meer, lazer op joh. Trouwens met ‘Voor de jeugd is het allemaal veel erger’ ben je bij mij nu helemaal aan het foute adres….

Nog steeds/alweer huil ik oprecht mee met de horeca, sportscholen, winkeliers en eenzame ouderen. De rondom twintigers moeten het daarentegen even zonder mijn medeleven stellen. Zit een stukje jaloezie bij, geef ik toe. Zij doen tenslotte dingen die ik niet mag en niet durf. En wel zou willen. De jongelui die ik ken en spreek, gaan elk weekend ouderwets gezellig zuipen. Met een hele groep. Op straat, in de keet, een afgelegen loods of ergens anders waar je sowieso geen handen kunt wassen. Ook onze levendige studentenwijk wordt onverminderd opgeluisterd door openlijke tuinfeestjes. Alsof er niks aan de hand is.

Dat terwijl ik thuis zit te wachten tot ik weer normaal naar m’n leuke werk kan en de vouchers van afgelaste concerten, festivals en andere stukjes uitlaatklep, zich tot nader order opstapelen. Is best een beetje frustrerend, confronterend vooral.

Nee, de rondom twintiger hoor ik eigenlijk niet klagen. Dat is een opsteker voor ze, absoluut. Nou ja, hooguit wordt er even gemopperd over een kater. Of een deejay ‘die veel te harde muziek draaide waar je nauwelijks op kon dansen!’ Deejay? Muziek? Dansen? Ik doe bijna een moord voor dit soort luxeproblemen.

Uiteraard kun je niet van ze verwachten ‘dat ze braaf bij pap en mam thuis op de bank blijven zitten.’ Over dooddoeners gesproken. Vraagt niemand van ze. Maar aanpassing wordt van ons ook gevraagd, al heel lang. Met een reden. Iets met een rondwarend, zich muterend virus, je weet toch…?

Meer blog items