Het is 4 mei, ik loop langs de gracht. Op m’n mobiel is het 19:55. Bijna tijd voor de jaarlijkse plechtigheid, dus ik neem plaats op een bankje, tegenover de enthousiast sproeiende fontein. Altijd een mooi hoopvol beeld en meteen een focuspunt voor die twee minuten stilte. Weer even stil staan bij al onze vanzelfsprekendheden, dat alles hier maar gewoon kan en mag. Dat ik in een goed land woon. En in een te gekke stad.
Een kano in de gracht, met twee jongens erin, houdt stil, vlak voor de fontein. Ze lachen als één van hen nat wordt en varen een klein stukje terug.
Verder wijst er nog niks op Dodenherdenking. Het verkeer langs de Burgemeester van Royensingel is nog in volle gang. Enkele fietsers, veel auto’s, een enkeling met een hoorbaar gezellig muziekje aan. Een giechelend, knuffelend stelletje huppelt langs, na hen een luidkeels telefonerende jongeman en vlak voor me schiet een meisje selfies, met de letters ZWOLLE op de achtergrond. Achter me hoor ik een jonge vader zijn twee jengelende kinderen roepen. Tot de orde, dat dan weer wel. En dan zie ik nog drie jochies luid schaterend richting het station wandelen.
Ik kijk weer op m’n mobiel. 20:05. Het moment is allang voorbij. De kano in de gracht zet zich weer in beweging. Eén van de jongens steekt z’n hand op. Ik zwaai terug. Misschien is hij, net als ik, een heel klein beetje teleurgesteld in sommige medemensen.
Want asjeblieft zeg, die twee fucking kutminuten per jaar! Twee minuten even bewust zijn van al je mogelijkheden. Twee minuten je lichtelijk schamen voor je luxeproblemen. Twee minuten opkijken van je schermpje. Twee minuten ff je bek houden. Twee minuten fatsoen. Twee minuten sociaal zijn.
Twee minuten. Respect, weet je wel…