Mijn zus vertelde laatst met trots en gezonde bezorgdheid over haar oudste dochter. 20 is ze en een klassieke beauty. Ze lijkt wat op haar tante. Qua karakter. Lief, sociaal, vriendelijk, toegankelijk, aardig voor iedereen en dat brengt haar af en toe in problemen. Er bestaan namelijk simpele heerschappen die ‘vriendelijk’ interpreteren als ‘instant neukbaar.’ Weet tantelief over mee te praten.
Zo’n 20 jaar terug werkte ik, die tante dus, nachtdiensten in een postsorteercentrum, temidden van diverse culturen. Erg gezellig, maar met de kennis van nu hadden mijn vrouwelijke collega’s en ik wekelijks melding kunnen maken van #MeToo gerelateerde praktijken. Glurende, sissende, met hun tong jonglerende haantjes waren er aan de orde van de nacht. Desalniettemin, zolang niemand zich fysiek vergreep, voelde het als een veilige werkplek.
Totdat die ene mannelijke collega terugkeerde van een burn out en ik de kapitale blunder maakte om hem regelmatig te vragen hoe het nu met hem ging…! Eerst kreeg ik nog de naïeve indruk dat dit gewaardeerd werd. Meneer vertelde honderduit, hij voelde zich goed, werd zelfs vader! Ik was oprecht blij voor hem.
Na een nachtdienst, iedereen was al weg, stond hij me op te wachten bij de fietsenrekken. Hij greep me vast, begon in het wilde weg te kussen en te graaien en sprak daarbij de woorden ‘Dit wou je toch, slet!.’ Ik wurmde me los en fietste rustig weg, terwijl ik hem iets van ‘Haha grapje’ hoorde mompelen. Bang was ik niet, boos evenmin en ik maakte dan ook geen melding bij de chef. Vond ik sneu. En hij was al sneu genoeg, toch….(?)
Het laatste wat ik van hem weet dat ie een restaurant runt samen met zijn vrouw. Nog dezelfde als toen. Als ie maar van de serveersters afblijft…