Goed, ik ben dus moe. Tering tyfus doodmoe, naar de klote, opperdepop. Niet vanwege een driedaags festival inclusief slopende kampeerpret. Was het maar zo’n feest. Neen, hier is sprake van een sluipmoordende, zorgvuldig opgebouwde oververmoeidheid, waarvan je achteraf al zo’n zes weken dacht dat het na een weekendje bijslapen wel weer over zou zijn. Juistem, dream on.
Ach, weet je, door al die fysieke arbeid piepen mijn benen wel es, ik neem dat nooit zo serieus. Wat je aandacht geeft groeit immers. Totdat ze enkele weken terug ineens niks meer te melden hadden. Uitgeluld en uitgeput. Gevalletje (gebrek aan) doseringsvermogen. Ik weet alleen hoe je dat schrijft.
Wat ik ook heel goed weet…slapen is de beste medicijn. Zo’n wijsheid uit grootmoeders tijd. Die grootmoeder heb ik overigens nooit op oververmoeidheid kunnen betrappen. Of ze zeek er niet over, kan ook. Goed, alle parate wijsheid ten spijt, ik ben een grillige slaper, zeker geen natuurtalent. Ook daar wist oma raad op…
‘Als je niet kunt slapen, wandel dan in gedachten rustig vanaf de zolder naar beneden.’ Tijdens mijn vorige energy break down, zo’n vijf jaar terug, paste ik deze methode succesvol toe. Elke trip naar dromenland vertrok vanaf zolder.
De uitdaging wilde dat ik destijds in het huis van mijn vriend woonde en zijn zolderkamer nog niet was opgeruimd. Die stond bomvol met pesterige zooi, achtergelaten door exlief van vriendlief: Een setje spuuglelijke, gebloemde campingstoelen, een halve zonnebank, een Senseo apparaat zonder snoer, een geknakt verkeersbord met een pijl omhoog (wist vriendlief niks van), 25 dozen kerst kitsch (wist ie ook niks van…) en natuurlijk die 50 delige foto collage van hullie twee (ja, hou maar op). En dan nog dat gehannes met die vlizotrap,… dus het duurde altijd even voordat ik in mijn broodnodige slaap viel.
Goed, we zijn inmiddels verhuisd. De troep van weleer heeft collectief een enkeltje ondergrondse gekregen en we wonen nu lekker in een klein arbeiderswoninkje. Zonder zolder. Binnenkort ben ik weer helemaal de oude.