‘Echt hoor, het is tijd om volwassen te worden’, aldus mijn collega instructrice. Het is zaterdagochtend, aan de koffietafel bij de sportschool. Ik knik en lach er niet eens bij. Ben het verdomme roerend met haar eens, we zitten in hetzelfde schuitje. De jonge Personal Trainer tegenover ons, nog geeneens 30, kijkt niet op van zijn telefoon. Waarom zou hij ook, dit gesprek gaat hem boven de pet, hij is nog niet zover.
Wij daarentegen allebei wel. Ons vak van groepslesinstructeur kampt tenslotte met een licht imagoprobleem. De buitenwereld denkt soms dat mijn vakbroeders en ik weinig meer doen dan lukraak wat aanwijzingen en op strategische momenten ‘yeah’, ‘kom op dames!’ en ‘nog 4, 3, 2,…’ roepen. Door een microfoontje ook nog. En dat is natuurlijk volslagen…..logisch eigenlijk.
Vooruit, in onze yoga lessen kunnen we nog enige pseudo intellectualiteit kwijt over chakra’s, het universum en ‘laat je dragen door de aarde.’ Echt waar, die hoor ik mezelf bijna dagelijks zeggen. En daar lach ik niet eens bij.
Betreffende collega nam onlangs het besluit haar lesgeven grotendeels on hold te zetten, een studie op te pakken en een serieuze baan na te streven. Ik zeg wauw. Wil ik ook wel, maar ja…ik schrijf alleen stukjes. ‘Word dan professioneel stukjesschrijver!’ oppert mijn collega, ‘Waar een wil is, is een weg.’ Goed punt, maar ik raak de weg nogal makkelijk kwijt, ben nachtblind en heb nakko richtinggevoel. ‘Kwestie van goed navigeren.’ Ja, collega zit er lekker in vandaag. En ze overtuigt me. It’s time to grow up en ik ga nadenken over het juiste ‘navigatiesysteem.’
Terwijl ik intens tevreden met onszelf nog een bekertje automatenkoffie tap, hoor ik haar opeens kirren: ‘Kijk dan, wat een lekkertje, daar buiten, bij de fietsenrekken!’ Ik kijk om en wow…ze heeft niets teveel gekird. Yummie! Helemaal mijn type. Donkerharig, gespierd lijf, stoere tred, lief koppie…In een hysterisch kirduet rennen we samen naar de deuropening, we willen hem wel even voelen natuurlijk!
Dan veert de jonge trainer op. ‘Jeetje dames, doe ff normaal, ik wil dat beest hier niet binnen, al die kattenharen! Sjongejonge zeg, grow up asjeblieft!’ Hij lacht er niet eens bij.