‘Niemand in de stad’ van De Dijk: ‘Een nummer waar je met half gesloten ogen lekker tegenaan kunt leunen terwijl je in gedachten door de stille nacht van de stad slentert’, aldus Pascal van Blöf op Radio 2. Mooi verwoord. Voel meteen die grote stadsromantiek.
Kijk, ik wandel meerdere keren per week ’s avonds van en naar de stad. Altijd gehaast, met een sporttas en een yogamat op m’n rug. Woon- werkverkeer. Verre van romantisch, verre van mindful, verre van rock ’n roll. Gemiste kans.
Kan ook anders. En dat ga ik doen, op een doordeweekse vrije avond na tienen. Hoe ‘niemand in de stad’ wil je ’t hebben. Handen in de jaszakken, diep weggedoken in m’n sjaal, ogen half stok en hoge hakken (praktische gympen halen het natuurlijk niet bij het serene geluid van kalme hakken). Goed, ik ben slenterklaar, laat die stad maar binnen komen. Eerst de Assendorperstraat maar es, met z’n kappers, fietsenmakers en heel veel eten en drinken.
Bij het pand van Burger Me moet ik even flink zijn. Daar zat natuurlijk decennia lang café de Singel. Sinds een paar jaar niet meer. Voor het eerst kijk ik serieus naar binnen. En het moet gezegd, de eigenaar heeft er alles aan gedaan om de unieke romantiek van de Singel volledig om zeep te helpen, getuige de sobere inrichting, de felle sfeerverlichting en een stoep vol bezorgfietsen. Pijnlijk hoe het leven soms gewoon doorgaat.
Tuurlijk joh, niks is voor altijd, je moet niet blijven hangen in het verleden, genoeg kroegen in deze prachtstad… en zo lust ik nog wel een handvol waarheden als een koe. Maar ik ben vast niet de enige die de Singel nog steeds mist. Gewoon alles. De muziek, de sfeer, het personeel, het gevoel dat Dirk, Menno, Donny, Wim en al die anderen oprecht blij waren je te zien. In de Singel was je echt uit. En toch thuis.
Nu koop je dus hapklare burgers in die voormalige kroeg vol kostbare herinneringen, mooie gesprekken, onbedaarlijke lachsalvo’s en soms wat tranen. Die rollen nu trouwens ook. Godsamme, heb ik weer, met mijn ‘grote stadsromantiek.’ Ach, wat maakt ook uit, er is toch ‘Niemand in de stad.’