Keek op Tweede Kerstdag een oude show van Daniël Arends terug. Kon er nog even hard om schateren als toen ik ‘m destijds in het theater zag. Geniaal geestig, ondanks die ene bloedserieuze quote: ‘Je hebt hooguit vijf echte vrienden. En als er eentje dood moet, weet je welke.’ Twee waarheden als koeien achter elkaar. De zaal viel heel even stil en ik durfde niet naar rechts te kijken. Want daar zat ze namelijk, mijn ‘nummer vijf.’ 

We troffen elkaar in een periode dat we allebei gedoe hadden in ons leven, dingen met exen, dat werk. Tot diep in de nacht praten konden we. Zolang het maar over problemen ging. Grote probleem was dat mijn problemen wel eens plaats maakten voor oplossingen en ik voor de rest gewoon leuk durfde te leven. Zij weigerde dat. Zelfde ex, zelfde gedoe, zelfde gesprekken, zelfde zware tijden, decennia lang. In het bijzonder wanneer we samen op stap gingen en ik het schaamteloos naar m’n zin liep te hebben. Dan zat zij te midden van de hossende massa ineens ‘niet zo lekker in haar vel’ of ‘voelde migraine opkomen.’

Gek genoeg oefen ik, lachkanon pur sang, van nature al een magische aantrekkingskracht uit op de zwaarmoedige, minder goedlachse medemens. Middels de nodige therapie heb ik de impact daarvan aardig weten in te dammen (ja, je hoort het goed: in therapie om te kunnen omgaan met mensen die zelf in therapie zouden moeten, zo idioot is de wereld soms), desalniettemin waren zij en ik nog steeds vrienden. Maar deze prikkelende quote van Daniël voelde als een oproep, aan mij. Ik had haar tenslotte al die tijd in leven gehouden. Dus hoe nu verder? Misschien na de show ff Daniël aanschieten…

Lang verhaal kort. Ik heb ’t contact lafjes laten doodbloeden. Ze leeft nog, is nu waarschijnlijk andermans nummer vijf. Die avond heb ik Daniël niet durven aanspreken. Gelukkig maar, anders waren hij en ik beide langdurig achter tralies gezet. En de wereld kan niet zonder raskomieken als Daniël.

Humor is tenslotte van levensbelang.

Meer blog items