‘Wil je Pindaflips meebrengen?’ Na drie keer lezen staat het er nog steeds. Geen idee wat mijn goede vriend bedoelt. Hij is grieperig en nu heeft die ellendige autocorrectie hem ook nog es lelijk bij de neus. Het zit ‘m niet mee.

Goed, bij navraag blijkt ie toch echt om Pindaflips te vragen. ‘Bij de Appie in Zuid!’ verduidelijkt hij zelfs. De lieve jongen is een die hard chips freak/-kenner getuige z’n eigen snackinnovaties uit vervlogen tijden (ik noem een ‘tomaten ketchup chips in een dip van whiskeysaus’) dus weet waar Abraham op dit gebied de mosterd haalt. Bij de Appie in Zuid dus. En ik fiets met liefde om, als het over chocola was gegaan had hij voor mij tenslotte hetzelfde gedaan.

Bij de Appie te Zuid stuit ik op een kolossaal chipslandschap waar ik tot dusver geen weet van had. Eerlijk gezegd had ik dat liever zo gehouden, maar goed vriendschap is een werkwoord. Soms. Noem mij wereldvreemd hoor, maar de afdeling chips en co lijkt een continent op zich, waarvan ik de taal en de cultuur niet ken. Laat staan dat ik de infrastructuur begrijp. Staan al die cholesterolboosters hier op volgorde van populariteit, prijs, alfabet, mate van bloeddrukverhoging, onzinnigheid van smaak….? Zeg het maar. Chips stokbroodje kruidenboter, wasabi ginger chips, rode bieten chips en niet te vergeten augurken- of kaneelbrood chips. Wie eet dit joh?

Anyway, vergeleken bij deze smaakpapillenpestkopperij zijn Pindaflips natuurlijk peanuts. Maar ik ken hier de weg niet, dus vraag het aan de jonge vakkenvuller die vast meer thuis is in de moderne kraak en smaak. ‘Pindaflips? Wat de fok?’, aldus het verongelijkte pubergezicht. ‘Nooit van gehoord, zal wel iets van heel vroeger zijn ofzo.’

Oké, duidelijk. Wegwezen hier, chips is niet goed voor me, dat blijkt maar weer. Voor de lieve vriend in kwestie ook niet trouwens. Wat denkt ie wel, met z’n belachelijke snack fetisj. Ik haal wel een netje handsinaasappels.

Meer blog items