‘Je schrijft leuke stukken hoor, maar het mag wat minder vaak over je idool gaan.’ Mijn ex/goeie vriend aan de telefoon. Altijd leuk als ie belt. In principe. ‘Jij zit nog wat teveel in die Take That fase’, smijt ie er achteraan. Exlief is niet van de harde oordelen, meer van de subtiele aanpak. De boodschap is duidelijk.
Take That. Man, hoelang zijn die al uit elkaar zeg… 1996 lees ik net. Schiet met terugwerkende kracht weer vol bij de herinnering aan Gary Barlow die met trillende stem de ‘split up’ bekend maakt. De jongens gingen allemaal verder met hun levens en carriëres, zelfs Robbie Williams werd een soort van volwassen. Geen van allen bleef hangen in de Take That fase.
Maar ik dus wel, ik hang nog. Op de bank, eindeloos scrollend en dwepend boven foto’s en filmpjes van mijn idool. Geen Take Thatter, een voetballer.
Op zich een onschuldige bezigheid die me lekker in mijn onschuldige idolenbubbel laat hangen en me af en toe in een onschuldige idolenfantasie laat wegzinken. Dan zie ik een 25 jaar jongere versie van mezelf, wapperend met zijn creditcard, op voetbalvrouwen Louboutins door Londen flaneren. En binnenkort door Parijs. Milaan desnoods. Onschuldig toch?
Sinds gisteren ben ik er achter dat mijn dweperij wel es wat wenkbrauwen laat fronsen. Zoals ik al zei, mijn ex belde en dat was niet zomaar…. Hij feliciteerde me met de verjaardag van mijn held. Die werd gisteren 30. Attent hè! Zat net taart te eten. Een Zwollenaartje van bakkerij Lindeboom. Ik vroeg exlief of ie nog langskwam om mee te proosten. Hij moest grinniken.
Tuurlijk, ik werd in de zeik genomen. Begrijpelijk ook, in mijn idolenbubbel zie ik het allemaal niet meer helder en ben ik alleen. Alleen met m’n foto’s, filmpjes en hoorbare gemijmer over hoe goed, leuk, knap, schattig, levenswijs en ‘Ah gossie, kijk nou…’ Dat laatste tegen niemand in het bijzonder.
Ook niet tegen vriendlief die stilletjes glimlachend met een bak koffie en een Zwollenaartje naast me is komen zitten. Hij kent me, hij laat me en zegt verder niks. Wat een held.