Het was die smeuïge anekdote aan de biertafel die me inspireerde: ’…..Goed, toen zij dus ontdekte dat ie haar voor de tweede keer had bedrogen, gaf ze ‘m een pets in z’n gezicht en liep ze weg…’ Als beelddenker zit ik dan meteen in een Amerikaanse sitcom. Zie ik de heldin in kwestie met een welverdiende attitude wegdraaien van haar cheater en kalm heupwiegend uit beeld verdwijnen. Onder luid applaus en vrouwelijk gejoel. Go girl!
Een onvervalste bitchclap. Wat zou ik er graag es eentje uitdelen zeg. Gewoon, dat onoverwinnelijke gevoel en dat applaus van getuigen. Yum yum.. Maar ja, het woord impliceert eigenlijk al dat er toch iets in de geest van een bitch in je moet huizen wil je er een kunnen geven. Daar wringt de schoen al, ik ben een softie van nature, die alles bij voorkeur uitpraat en wegknuffelt. Slaan is mijn ding niet zo.
Een andere blokkade voor het hanteren van een bitchclap is dat ik, niet lachen, eigenlijk geen mannen ken die er eentje verdienen (ook geen vrouwen, maar dat terzijde). Zeg nou zelf, een ware bitchclap resoneert natuurlijk het lekkerst op zo’n smetteloos, zelfingenomen, uit plastic opgetrokken smoelwerk als dat van, heb je ‘m weer, Cristiano Ronaldo. Of een Jude Law, ken je die? Ook zo’n uitnodigend glad, petsbaar smoeltje. En ik noem een Winston Gerschtanowitz, dat gezicht is er voor gemaakt.
Zulke types kruisen mijn pad niet, heb ik nooit dingetjes mee. Vroeger wel, maar dat is allemaal verjaard. Nou is er niks mis met het verjagen van spoken uit het verleden, maar als het universum met terugwerkende kracht echt alle bitchclapwaardige misstanden nog wil oplossen, heb ik zelf ook nog het een en ander tegoed, vrees ik. Dus met slaan doe ik vooral mezelf pijn.
Nee, mijn bestaan is geen clap waard. Iedereen is aardig voor mij en ik ben aardig voor iedereen. In principe. Blauwdruk van een vredige wereld, zo moet je ’t dan ook maar zien.
Goed, ik ga naar yoga, beetje lesgeven. Ik heb de dankbare taak om andere mensen mee te nemen in mijn vredige wereld. Mooi hoor.
Totdat ik aan het eind van de avond de toko mag afsluiten en de afsluitcode niet meteen werkt. Kijk, dan heb je aan mij een verkeerde (lees: daar kan ik niet mee omgaan). Het systeem heeft door binnengelopen regenwater gewoon iets langer tijd nodig, dat is alles. Maar de geduldige yogadocent is al naar huis, wat rest is een opgefokte werknemer die ‘niet voor deze flauwekul wordt betaald’ en het codekastje al heeft getrakteerd op enkele zinloze klappen. Doet nog zeer ook verdomme.
Zie je wel, slaan is mijn ding niet, ik doe alleen mezelf pijn.