Zit graag in een bubbel. Doe genoeg leuke dingen, ook met vriendlief. Ja hoor, elk weekend feest. Wij kunnen dat, wij doen dat, no mercy.
Vriendlief is naast ‘partner in crime’ ook een ‘guardian angel’, die de orde weet te handhaven wanneer ik dreig te verzanden in een overvloed aan genotsversnaperingen, mezelf of m’n fietssleutel kwijt raak… Een blik of een zachte hand is dan voldoende om mij terug op aarde te brengen en veilig naar huis te wandelen (‘Nee schat, we halen die fiets morgen wel op, er ligt nog een reservesleuteltje in de bestekla, komt goed.’)
Zoals ik al zei, genoeg feest, genoeg bubbels. Afgelopen dinsdag ook weer. Dinsdag? Ja, daar koos ik ook niet voor, maar sommige bubbels zoeken mij en ik laat me vinden. Living Colour speelde namelijk in Hedon! Helden die mij in m’n late tienerjaren totaal in beslag namen. Kleurrijke, zwarte jongens met lang haar die harde rock maakten. En dat meer dan dertig jaar later nog steeds doen, met exact dezelfde passie, energie en knetterharde kwaliteit!
Hun eerste albums leerde ik kennen op elpee, in de ouderlijke huiskamer. Volgens moederlief ‘was dit vreselijke herrie’, waarna ik me weer liet verleiden tot een kansloze moeder/kind discussie over smaak en de koptelefoon (die ik beter meteen op had kunnen zetten) kwaad in de hoek smeet. ‘Hé hé hé, dat ding kan wel stuk hoor! Trouwens we gaan zo eten.’ Ontbubbeling volgens het handboek der moeders.
Living Colour, ze waren alles wat ik wilde als late tiener. Zwart en hard. Dat zijn ze nog. Gelukkig trokken de boys geen van allen hun shirt uit en werd er geen potje gevoetbald op het podium, want dan had vriendlief me vastgebonden, terecht. Nee hoor, de klasbakken bleven afgelopen dinsdag veilig en gedreven bij hun leest. Ik dus ook. Mijn leest bestond uit de gebruikelijke bubbel die me, zoals altijd bij oude, onversleten muziekhelden, terug bracht naar vervlogen tijden.
Goed, aan alles komt een eind. De helden wisten helaas van ophouden. Ik niet. Nog ff nadansen, nog ff nakletsen, nog ff nagenieten, nog ff een biertje…. Ben al een poosje uit het ouderlijk huis, mijn moeder werkt hier niet, maar gelukkig had ik iemand bij me die met zachte hand ontbubbelt: ‘Oké, nog eentje dan, gaan we daarna lekker de fiets opzoeken, het is al bijna half twaalf. Ja schat, het was een prachtig concert. En weet je, morgenvroeg gaat de wekker, dan mag je de hele dag nagenieten.’ Kijk, zo kan het ook.