‘Speak only when your words are more beautiful than silence.’
Quote naar m’n hart, heb er al een aantal mensen mee om de oren proberen te slaan, maar ze luisteren niet, ik word niet gehoord…
Mensen die niet luisteren, daarentegen wel onafgebroken praten, daar ben ik allergisch voor. En dat is niet wederzijds.
Jij kent ze ook, zeker weten. De helden van de verbale overheersing, die onder het mom van een gesprek ellenlange monologen voeren. Pain in the ass op kringverjaardagen, in een lawaaierig kroeg, of in de sportschool als je net lekker met muziek op je oortjes je fitnessroutine wilt afwerken. De veelprater voelt geen sfeer aan, breekt in als hij dat wil en het maakt niet uit waar ie over praat, als hij (of eventueel zij) maar kan praten, tégen iemand. Niet mèt iemand, want dan wordt het ineens een gesprek, gebaseerd op wederzijdse interesse. En daar heeft de veelprater geen oren naar.
Van oudsher oefen ik een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op de wat egocentrische, narcistische, pratende, blatende medemens. Niet omdat ik zo’n leuke, boeiende persoonlijkheid ben. Nee, ik kan namelijk iets wat zij niet kunnen: luisteren. Verbale overheersers zijn namelijk sociaal invalide. Zonder het zelf te weten, ook dat nog. En daarmee eigenlijk dubbel gehandicapt.
In wezen hebben veelpraters op mij dezelfde uitwerking als Mexicaans gekruid eten. Ik laat me er steeds opnieuw weer toe verleiden, maar blijf met de fysieke brokken zitten: darmspasmen, een stressnek en/of eczeem. Kortom, ik ben allergisch voor de egocentrische, narcistische, blatende prater, maar heb er tegelijk een zwak voor. Weet je, meervoudig gehandicapten hebben ook recht op aandacht en liefde. Zo denk ik dan weer.
Trouwens, de meesten van jullie beschikken over sociale, liefdevolle, menselijke eigenschappen en ook jij wordt heus wel es belaagd door blatende spraakwatervallen. Alleen heb jij hoogstwaarschijnlijk minder last van allergische reacties, omdat je domweg betere eczeem crême op je huid smeert, de burrito’s of taco’s laat staan en gewoon aardappelen gaat schillen. Desnoods haal je een patatje. Heel goed van je, een verstandig stukje zelfzorg.
Mij lukt dat nog niet, en ja, dat is mijn handicap. Het enige wat ik kan doen is die quote, veelvuldig gebezigd door spirituele grootheden als Buddha en Hakim Ziyech, op m’n kont laten tatoeëren en bij elk grenzeloze orakel m’n broek laten zakken:
‘Speak only when your words are more beautiful than silence.’
Ik zeg amen. En daarmee zeg ik eigenlijk al teveel.