`Ja lieve mensen, bitches are everywhere. Zelfs deze yogachick herbergt een ‘bitchy inner child.’ Zou je niet zeggen hé…?
Luistert. Paar keer in de week geef ik yoga in een trainingszaal van de gym. Een locatie die niet direct yogisch aan doet vanwege de vele aardse zooi die er staat geparkeerd. Stinkende stootzakken, een lomp en onbenullig barbellrek, schots en scheef neer geflikkerde halters…. Het draagt allemaal niet direct bij aan die wenselijke sereniteit
Spiritueel gezien spreken we dan van een uitdaging en uitdagingen zijn ‘kadootjes die je mag uitpakken.’ Dus ik ben dankbaar en omarm dit gegeven. En inderdaad, zo kun je aan elke tegenslag een positieve draai lullen, ben niet voor niks yogajuf geworden.
Van de week lukte dat weer vrij aardig. Samen met een groep gewillige yogi’s had ik een aantrekkelijk staaltje sereniteit op de mat gelegd. Noem het een teamprestatie.
Maar op het moment dat ik mijn ’teamy’s’ de meditatieve rust in wil praten, verschijnt er als donderslag bij heldere hemel een nieuw ‘kadootje’ op mijn pad.
De deur van de zaal vliegt open, een dame met rood aangelopen gezicht stormt binnen, haast zich naar het barbellrek, verzamelt ‘klets, boem, beng’ de nodige trainingsgewichten, laat er een paar vallen, zegt ‘oeps kut!’, pakt de zooi weer op en verdwijnt met een dichtslaande deur.
Tot zover de rust. Tot zover ook mijn dankbaarheid. ‘Probeer de situatie te omarmen’, hoor ik mijn innerlijke stem tegen de yogi’s zeggen. Donder op zeg, geloof ik ’t zelf? Tuurlijk niet, ik ben fucking pissed! Wat denkt zo’n bitch wel. Dwars door ons heen te mediteren…
Mijn tong afbijtend been ik zo sereen mogelijk naar de deur en ga er stevig met mijn rug tegenaan staan. Net op tijd om de stuwende duwkracht vanaf de andere kant de baas te zijn. Kennelijk zijn er nog meer ‘bitches on a mission’ om onze rust te verstoren. Gaat niet gebeuren, deze bitch is hungry.
‘Blijf omarmen wat er is.’ Mijn innerlijke stem laat het ook nu niet afweten, ben trots op haar. Zelfs mijn dankbaarheid herpakt zich en ik kijk voorzichtig door het raampje naast de deur. Twee verhitte gezichten mimen gesticulerend dat ze ‘gewichten moeten hebben!’ Trots en dankbaar schud ik m’n hoofd. Gaan we niet doen.
‘Jezus, wat een bitch!’
Dat was niet mijn innerlijke stem, deze kwam van buiten…