Een zaterdagavondje thuis, niks mis mee. Een keer wat anders dan die eeuwige kroegprikkels. Trouwens, we hebben bezoek, een oud collega van vriendlief met z’n vrouw. De beste jongen maakte enkele jaren terug een carrièreswitch naar de vloerenleggerij. ‘Gezellige, eenvoudige mensen en ik heb altijd fijn met hem gewerkt’, luidde de summiere aankondiging. Tja, wat kan er dan nog misgaan?

Niet veel, behalve dan dat ik hard moet werken om interesse te tonen in, voor mij mateloos oninteressante, gespreksonderwerpen voor de zaterdagavond. Dat ligt honderd procent aan mijn onvermogen om enige volwassenheid aan de dag te leggen. De andere drie raken tenslotte niet uitgekakeld over die idiote huizenprijzen van tegenwoordig, parkeerproblemen in de binnenstad en hoe duur alles is geworden. ‘Weet je, ik verdien best aardig, daar gaat ’t niet om, maar bijna drieënhalve euro voor een biertje in de kroeg, dat vertik ik.’ Zo’n avond dus.

‘Je werkt bij een vloerenbedrijf, toch?’ Ja, laat ik eens een vraag stellen. Ik kan namelijk praten. Bovendien ben ik oprecht geïnteresseerd in de bezigheden van mijn bezoek, als in ‘iemand wat beter leren kennen’, dus vertel maar. Dan doe ik waar ik wèl goed in ben: luisteren, glimlachen en knikken op strategische momenten.

Moet me wel enorm focussen, want dwars door het minicollege over de wondere wereld van het vloeren leggen is intussen een conversatie gaande over de duikhobby van vriendlief, vermengd met gepassioneerde reisverhalen van oud collega’s vrouw.

Enthousiasme alom. Vanuit drie kelen neemt het volume toe. Ik heb het zwaar…

‘Kijk, iedereen denkt dat het leggen van een kurkvloer zo gepiept is, maar zo simpel ligt dat dus niet!’

‘In juni gaan we weer naar Alanya! All inclusive, voor de derde keer! Dan kan je de hele dag drinken pakken en ze hebben wel drie soorten jam en lekkere cakejes bij het ontbijt. Echt een aanrader!’

‘Turkije? Leuk, ik ken daar een aantal mooie duiklocaties…..’ Vriendlief haakt moeiteloos aan middels een subtiele ‘How can I make this about me?’ Hij kan dat, maar ik ben kansloos in deze kakefonie. Ik verzuip, terwijl ook ik m’n duikbrevet heb en interessante reisjes heb gemaakt. En intussen bijna weet hoe je een kurkvloer zou moeten leggen.

Ik voel me de vierde official van een arbiterskwartet. Heb totaal geen controle over deze wedstrijd, neem geen enkele beslissing, steek geen vlag omhoog. Nee, ik regel de wissels: ‘Iemand een nieuw biertje?’

En ik geef m’n eigen blessuretijd ook maar even door: ‘Jongens, ik heb wat ruimte voor mezelf nodig, ga even een stukje wandelen hoor.’

Er is een aardige wandeling nodig om te ontprikkelen, dus voor ik het weet ben ik in de binnenstad. En ja…

‘Goedenavond jongedame, was je er weer?’ De bardame met de brede glimlach begint al met tappen zodra ik me op een kruk laat zakken. Om me heen hoor ik het geroezemoes van muziek en pratende mensen. Vertrouwde prikkels. En ik hoef er niks mee. Ik mag naar iedereen glimlachen, knikken, zwaaien en misschien ga ik even met iemand kletsen. Niks moet van mezelf. Wat een rust. Ik drink m’n biertje van €3,50. Alles wordt duurder, maar dit is onbetaalbaar….

Meer blog items