Ja man, het festivalseizoen is weer begonnen. Keuzestress alom, de FOMO lijder staat weer een zware selectie te wachten…

Tegenwoordig beslis ik in principe helemaal zelf waar ik heen ga en daarna kijk ik wie er mee wil. Vroeger gingen we met een groep. En die moest zo groot mogelijk zijn. Want veel mensen om je heen betekende een hogere sociale status en dat was belangrijker dan al die andere dingen die een festival zo leuk maken. Optredens van bands die je zelf heel goed vindt, om maar wat te noemen.

Met tien man over een festivalterrein banjeren was natuurlijk donders gezellig, maar betekende tegelijk ‘varen op andermans kompas’, de hele dag om je heen kijken waar iedereen gebleven was en op de afgesproken ontmoetingsplek eindeloos wachten op Arjen en Micha. We zouden tenslotte met z’n allen naar de Artic Monkeys gaan. Lowlands 2006, weet u nog…?

Diezelfde Arjen en Micha kwamen door hun enthousiaste drank- en drugsgebruik namelijk wel es terecht in ruzietjes of ongelukjes, dus voor hetzelfde geld lagen die twee ergens voor hun leven te vechten, omdat ze van zo’n stellage waren gedonderd of zo. En dan stonden wij doodleuk zonder hullie te genieten van de Artic Monkeys, waar we ons al maanden op verheugden, dat konden we natuurlijk niet maken….

In plaats daarvan besloten we ons zorgen te maken over voornoemde twee ongeleide projectielen en vonden we ze, na uren zoeken, terug achter de ZULU tent… Allebei in een sufgeblowde coma, waardoor ze ons niet meer herkenden. Mij al helemaal niet, want ik had de tickets voorgeschoten. Overbodig om te melden dat ik het verschuldigde bedrag nooit terug kreeg.

Goed, financiële shit happens, maar dat ik de Artic Monkeys heb gemist door het stomme geblow van twee flutvrienden blijft een wondje.

Overigens niet het laatste litteken dat ik opliep in festivalland.

Een decennium later banjer ik namelijk nog even enthousiast over festivalterreinen, zij het met andere, oudere vrienden. Mijn aantrekkingskracht op mensen die graag ergens last van hebben is inmiddels tot ongekende hoogtes gestegen. Hoe gaaf de muziek ook, het wordt overstemd door geklaag van ‘tegen de veertigers.’ Een greep uit het assortiment:

‘Te harde muziek, te dure consumptiemunten, te grote mensenmassa, te lang staan, te lang wachten voor het toilet, teveel keuze in podia, te weinig keuze in vegetarische snacks, te warm, te koud of te nat weer, teveel blubber, te weinig stoelen….’

Allemaal waar, geen speld tussen te krijgen. Maar klagen is een keuze. Net als thuisblijven trouwens en ik hoop dat deze voormalige festivalvrienden dat laatste voortaan doen. Beter voor iedereen. Want ik maak nu m’n eigen keuzes.

Zaterdag eerst lekker naar Dauwpop! Zonder stonede of klagende ballast om me heen die mijn plannen voor Douwe Bob, Johan en the Kooks gaat doorkruisen. Ik neem gewoon vriendlief mee. Die zeurt niet, blowt niet en zorgt ervoor dat ik genoeg drink. En hij vertrouwt op mijn smaak.

Nee, de Artic Monkeys krijg ik er niet mee terug, maar varen op m’n eigen kompas maakt een hoop goed…

Meer blog items