Oké lieve mensen, ik vecht momenteel met mentale vermoeidheid. Er spelen wat dingen die nu eenmaal bij het leven horen. Klaar. Desondanks leek het me toch een strak plan om de stad in te gaan, met het risico op teveel prikkels.

Tuurlijk, een leven zonder risico’s en prikkels is veilig. En strontsaai, dus ik ga gewoon naar het Stratenfestival. En ik blijf. Ondanks de stervende drukte.

Bovendien wordt het negatieve imago van prikkels vaak wat overbelicht, vind ik. En dan ga je een beetje voorbij aan de positieve effecten. In dit geval een stad vol vrolijke mensen, lachende gezichten, een knipoog van een vreemde, een knuffel van een kroegkennis, een warme hand op je schouder, ‘Fijn je te zien, meid’, ‘Pas je goed op jezelf?’

Overal is liefde, als je het maar wilt zien. En dat wil ik, daarom kijk ik tussen de muziek en de herrie door ook af en toe op m’n telefoon. Zelfs daar is liefde. Een appje met een hart onder de riem, een bericht op fb Messenger: ‘Laat me weten als ik iets voor je kan doen…’

Hartverwarmend, alsof ik op handen word gedragen.

Later die nacht wandel ik met zere voeten, een bescheiden dosis drank in m’n lijf en een gerust hart de stad uit. Want het komt goed. Er is liefde in de lucht, er is liefde op straat:

‘Hey mevrouw, waar ga jij heen?’

• Assendorp, was de bedoeling.

‘Ik ook, mevrouw, maar ik ben niet goed Nederlands, ik ben Marokkaans, is dat erg?’

• Nee jongen, dat is prachtig.

‘Mooi mevrouw, ik ben negentien, hoeveel ben jij?’

• Iets meer… veel meer zelfs.

‘Geeft niet, mevrouw, ik heb een mooi muziekje op, ga je mee naar huis dansen, mevrouw?’

• Nou, hartstikke leuk.

‘Kijk mevrouw, Marokkaans dansen! Ik pak jouw hand vast. Ja, jij kan goed dansen!’

• Dank je, leuk dit!

‘Heb jij bier op, mevrouw? Weet jij wel waar jouw huis is?’

• Ja lieverd, stukje verderop, komt goed.

‘Anders mag jij wel bij mij wonen, mevrouw. Kijk, daar, Enkstraat, op de hoek.’

• Dankjewel voor het aanbod, lieve jongen, zal er aan denken.

‘Tuurlijk mevrouw, als jij niet meer jouw huis weet, jij komt bij mij wonen, ja?’

• Komt goed, jongen.

‘Dag mevrouw, alles komt goed, hoor!’

Op hoge hakken dans ik Marokkaans naar huis, mijn voeten doen geen zeer meer.

Dankjewel lieve iedereen… 

Het komt goed.