‘Hey, vertel es, hoe gaat het met je?’

• Ja, best goed. Leuk dat je ’t vraagt.

‘Zal best heftig zijn, weer alleen wonen.’

• Ach…

‘Dat er niemand thuis op je wacht…’

• Klopt, ik hoef me voor niemand te haasten.

‘Ben je ’t weekend een beetje goed doorgekomen?

• Jawel hoor…

‘Hey, je hoeft je echt niet sterker voor te doen, hè. Het is heel normaal dat je je soms alleen voelt. Kijk, op vrijdag zijn wij thuis altijd bekaf en dan zijn de kinderen hangerig en vervelend, maar zaterdagavond kun je gewoon naar ons toe komen, dan hebben we toch verder niks bijzonders…’

• Tuurlijk lieverd, weet ik.

‘Nou daarom, na achten liggen de kids in bed, kunnen we ’t er lekker van nemen. Gaan we ouderwets herhalingen kijken van meester Frank Visser, gewoon gezellig. Kopje koffie erbij, glaasje wijn misschien, wat te knabbelen. Anders zit ik maar alleen met mijn man en jij bent ook alleen…’

• Superlief aangeboden, maar ik heb ’t echt wel leuk gehad, hoor…

‘Oh ja? Wat heb je allemaal gedaan in je eentje dan?’

• Vrijdagmiddagborrel bij één van mijn werkgevers, zaterdag lekker dansen, ouwehoeren en wat biertjes wegtikken in de stad. Bijna kruipend naar huis.

‘Ach, toe…

• Ja joh, ik was gevallen. Iemand daagde me uit om te gaan hinkelen op m’n rechterbeen en dat ging niet helemaal goed…

‘Wat zijn dat nou ook voor fratsen! Hoe ben je thuis gekomen?’

• Hinkelend op links! Dat ging prima.

‘Hé, maar zondag was je ook al niet bereikbaar, ik had je nog geprobeerd te bellen…

• Ja, sorry, zag ik pas later, lag in bed.

’Wat jammer! Wij gaan zondagmiddag altijd wandelen met mijn schoonouders en ik dacht, misschien wil jij wel mee. Dan ben je er even uit. Daarna halen we altijd patat en een frikandelletje of een kaassoufflee, net waar m’n schoonouders zin in hebben. En jij was alleen thuis, ook sneu.’

• Eh…ik had bezoek.

‘Je gaat toch niet in bed liggen als je bezoek hebt?’

• …

‘Ah, oké… Heb je wel voor jezelf gekookt dan?’

• Nee, geen tijd voor. Lekker sushi besteld, in bed opgegeten.

‘Sushi in bed? Wat een gesmeer!’

• Ach, een vlekje meer of minder…

‘Meisje toch, je moet wel goed voor jezelf zorgen hoor!’

• En jij dan? Zorg jíj, afgezien van vervelende kinderen, saaie avonden met je man en dansen naar de pijpen van je schoonouders, wel goed voor jezelf…?