Tuurlijk, wanneer je ouder, volwassener en levenservaringsdeskundiger wordt, verdwijnen de scherpe randjes en word je langzaamaan iets gematigder. Misstanden waar je geen invloed op hebt geef je wat sneller een plekje. Die laatste zin had ik tien jaar geleden niet eens zonder kokhalsgeluidjes uit mijn pen kunnen krijgen. Kun je nagaan wat de tijd met je doet.
Tot tien jaar geleden ging ik bijvoorbeeld acuut tegen het plafond bij het zien, horen en ervaren van Geert Wilders. Niet opgewassen tegen zoveel negativiteit… Nog steeds niet, maar nu zet ik gewoon het geluid af als hij praat en ik kijk weg. Scheelt toch weer twee zintuiglijke martelingen en veranderen kan ik ’s mans mensenhaat toch niet. Loslaten, het is wat het is.
Geldt ook voor dreigende humeurverneukers als regenbuien, die zich ’s morgens vroeg aandienen op het moment dat ik me echt moet haasten om überhaupt ergens op tijd te komen. Tegenwoordig sta ik mezelf toe om één keer heel hard te vloeken en trek vervolgens mijn regenpak aan. In plaats van eerst een gat in de voordeur te trappen en ‘ja hoor, heb ik weer!’ te roepen. Ik omarm het. Bij wijze van spreken dan.
En een opdrachtgever die me belt met ‘Zeg, er staat hier een groep yogaklanten te wachten, kom je nog?’ breng ik vanaf het strand van Barcelona vriendelijk in herinnering dat ik reeds twee maanden geleden mijn afwezigheid heb aangekondigd om me vervolgens terug te storten op mijn portie patatas bravas con cerveza. Andermans haperende administratie is niet meer mijn probleem. Salud!
Kortom, ik geef de dingen sneller de plek die ze verdienen, namelijk uit mijn buurt.
Alleen op mijn aangeboren afkeer van de zeikende medemens lijkt een omgekeerde evenredigheid van toepassing. Ik heb namelijk geen normale hekel meer aan dit type mens, maar een aan haat grenzende bloedschurft. Zij die aan je kop jammeren over teveel calorieën wanneer jij in al je banale levenslust zo’n lekker kleffe Caramel Fudge Brownie (ja, die hemelse heerlijkheid verdient drie hoofdletters) van Starbucks zit weg te smakken. Datzelfde ras loopt bij een gaaf concert, waar de hele zaal uit z’n dak gaat, in je oor te tetteren over ‘te harde muziek’ en ‘gehoorbeschadiging.’ Brrrr! Je eigen onvervulde shitleven botvieren op anderen die wel het lef hebben om te genieten, ik trek dat soort ontzettend niet. Nog ontzettender dan vroeger.
Afgelopen weekend scheen de zon, weet je nog? Iedereen lekker blij, weet je nog? Net als vrijdag een week eerder, toen de zon ook scheen. Weet je nog? Ook iedereen blij. Behalve die ene, die weer zo nodig de vreugde moest vernachelen: ‘Ja, maar morgen gaat het weer regenen, hoor…!’ Wurgneigingen, serieus. Desalniettemin heb ik het zonnetje hartstochtelijk aanbeden, net als jij hopelijk. En zij, die ene verongelijkte levenshater niet. Jammer dan.
De vette pest was dat ik haar die vervloekte zaterdag erna toevallig (of niet) in de stad aantrof. In de regen. Zij droeg een regenpak en ik niet. Zij lachte.
Ik niet…