5 mei, ergens in de middag. Waarschijnlijk is het al een gekkenhuis in Zwolle. Weet ik niks van, ik ben er niet bij. Ik zit in het zonnetje, met een schrijfblok, bakje koffie, stukje vlaai en een pianomuziekje op de airpods, op de Markt in Sittard. Er is nagenoeg niks te doen, niks te horen, niks te zien. Mijn spannendste visuele vertier is de wapperende Fortunavlag aan het café tegenover. Nee, ik ben niet naar BFO, maak ook geen aanstalten. Lang verhaal. En eigenlijk ook weer niet.

Weet je, mijn lijf en hoofd schreeuwden al een poosje om het hardst dat ze zin hadden in rust. Gewoon, door elkaar schreeuwen, net als aan de kakeltafel van wijlen ‘De wereld draait door’, om gek van te worden. Dus toen dacht ik: ‘Doe es gek’ en koos ik ter ontgekking voor het sfeervolle Heerlen, om in de Limburgse natuur die rust maar es recht in de ogen te kijken… Chillen op niveau, mijlenver buiten de comfort zone.

Heel eerlijk, de meest vertrouwde optie zou zijn om in de eerste de beste Heerlense kroeg makkelijk gezelschap te zoeken en middels pseudo diepzinnige gesprekken (weet je hier nooit zeker, ondanks mijn talenknobbel versta ik verdomd slecht dronken Limburgs) wat rustige avondjes stuk te slaan. Maar ik ben hier nu niet om dingen te doen waar ik al goed in ben.

Nee, dat ging ik deze keer es even anders regelen: ik boekte een kamertje in een soort landhuis met een dijk van een rustieke, authentieke, knettergroene tuin, iets buiten het centrum van de stad, op aanraden van iemand die het klappen van de ‘chillen in de natuur’- zweep kent. Al bij de deur schreeuwt de rust me tegemoet. Wauw, dit gaat ontzettend goedkomen!

Logeren in dit natuurvriendenhuis betekent ten eerste flink minder betalen dan in een regulier hotel, maar ook je eigen bed opmaken, zelf je kamer stofzuigen, plassen en douchen in een gedeeld toiletblok en zelf koken in de collectieve keuken. Maar je kunt natuurlijk ook naar de ‘Wok to Go’ gaan als je je schaamt voor je gemakzuchtige kippensoep uit blik, terwijl andere gasten in de weer gaan met biologische pasta, zelfgeplukte streekgroenten en eigengemaakte boekweitpannenkoeken (jazeker, er lopen hier ook biologische kinderen rond). Die vooringenomen schaamte komt overigens geheel voor mijn rekening, want de minzame blikken van mijn medebewoners verraden geen enkel dédain. Maar zoals ik al noemde, ik ben hier voor mijn innerlijke rust, niet om het me ongemakkelijk te maken. Dus dan maar even wat comfort food in de comfort zone.

Smullend uit mijn kartonnetje ‘Shrimps met nasi en zoetzure saus’ ontmoet ik aan het tafeltje naast me een andere rustzoekende ziel. Kan ik best even mee kletsen, we zijn er nou toch… Wordt nog best gezellig ook:

‘Zin in een Limburgs bierproeverijtje?’

  •  Ach, nu we er toch zijn…

‘Yummie, die Triple is wel erg lekker. Nog eentje bestellen?’

  •  Waarom ook niet? We zijn er nog steeds. Nog wel…

Vooruit, een zoete cocktail, om het af te leren, oké?

  • Tuurlijk, nu we er toch nog z…

Nee. Het is wel zat nu. Ik ga naar huis. Mijn tijdelijke natuurhuis, daar kan ik niet bezopen binnen komen waggelen, laat staan de collectieve toiletten onderkotsen. Dus sorry comfort zone, ik laat je nu even alleen. Morgen weer een dag, die ik in alle rust wil doorbrengen.

En toen was het weekend voorbij, sloeg de klok 5 mei en mocht ik weer naar huis, met de trein.

Ik zweer je, voor het eerst in mijn leven heb ik geen zin om naar Zwolle te gaan… Ik stap onderweg uit, in Sittard.

En daar zit ik dan. Zonnetje in m’n snufferd, koffie en een puntje Beatrixvlaai (abrikoos, slagroom, witte chocola, say no more!), minzaam koekeloerend naar een geel-groene vlag. Straks pak ik een speciaalbiertje en wat tapas en laat het Bevrijdingsfestival aan me voorbij gaan. Allemaal drukte. Om niks.

Want zeg nou zelf, Kane gaat toch nooit uit elkaar…(?)

Meer blog items